psycholinguïst

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  psycholinguïst    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌpsixolɪŋˈwɪst/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • psy·cho·lin·gu·ist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord psycholinguïst psycholinguïsten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

depsycholinguïstm

  1. (beroep) iemand die zich verdiept in de mentale processen die een rol spelen bij taal en taalgebruik en problemen die daarbij kunnen optreden
    • Er bestaat al een Max Planck Instituut in Nederland (rond de psycholinguïst Levelt in Nijmegen). [1]
Synoniemen
  • taalpsycholoog

Gangbaarheid

  • Het woord psycholinguïst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.