psychologe

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  psychologe    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • psy·cho·lo·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord psychologe psychologes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

depsychologev

  1. (beroep) (psychologie) vrouw die psychologie heeft gestudeerd en als psycholoog werkt, vrouwelijke vorm van psycholoog
    • De psychologe luisterde heel goed naar haar cliënten. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord psychologe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.