pur

Niet te verwarren met: PUR

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pur    (hulp, bestand)
  • IPA: /pʏr/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • pur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pur
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetpuro

  1. (scheikunde) type kunststof dat licht en buigzaam en toch sterk en slijtvast is
    • Pur wordt gebruikt als isolatiemateriaal in woningen. 
    • Als er pur op je handen komt kan je dat er niet afhalen, het zal er vanaf moeten slijten. 
     Boven haar hoofd hangt een dikke laag pur als gestolde lava.[1]
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord pur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Machteld Bouma
    “Pur”, e-book naar 2e druk (2007), Artemis & co, Amsterdam, ISBN 9789047200963, hfst. 12
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.