purperen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: purperen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pur·pe·ren
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | (alleen attributief) |
verbogen | purperen |
Bijvoeglijk naamwoord
purperen
- de kleur purper hebbend
- De Romeinse keizers droegen purperen kleding als een teken van hun koningschap.
Verwante begrippen
- purperkleurig
Hyponiemen
- overpurperen
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord purperen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "purperen" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.