putt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  putt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • putt
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord putt putts
verkleinwoord puttje puttjes

Zelfstandig naamwoord

deputtm

  1. (sport) golfterm: de slag die gedaan wordt op (of direct naast) de green naar de hole
     De 23-jarige Arnhemse sloeg vandaag twee birdies, maar zette daar ook twee bogeys tegenover. Op de achttiende hole leek ze op weg naar nog een bogey maar een fraaie lange putt voorkwam dat.[1]
     Europa zegevierde in een enerverende finale, mede dankzij de Noorse Suzann Pettersen, die bij een stand van 13,5 tegen 13,5 de beslissende putt maakte.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord putt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
20 %van de Nederlanders;
18 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Van Dam verder op British Open” (02-08-2019), Tubantia
  2. Weblink bron “Van Dam wint Solheim Cup met Team Europa” (15-09-2019), Tubantia
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.