raud

Nedersaksisch

Bijvoeglijk naamwoord

raud

  1. (kleur) rood; de kleur rood hebbend
Synoniemen
  • räod
  • räot
  • raut
  • reyet
  • rod


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • raud
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud raud raudare raudast
o enkelvoud raudt
meervoud raude
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
raude raudare raudaste

Bijvoeglijk naamwoord

raud

  1. (kleur) rood


Westfaals

Bijvoeglijk naamwoord

raud

  1. (Zuidwestfaals) (kleur) rood; de kleur rood hebbend
Synoniemen
  • räod
  • raut
  • reyet
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.