receptie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  receptie    (hulp, bestand)
  • IPA: /rəˈsɛpsi/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • re·cep·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ontvangst’ voor het eerst aangetroffen in 1517 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord receptie recepties
verkleinwoord receptietje receptietjes

Zelfstandig naamwoord

dereceptiev ontvangst:

  1. een gelegenheid waarbij gasten ontvangen worden naar aanleiding van een huwelijk, jubileum, pensionering e.d.
    • De receptie werd druk bezocht. 
  2. een plaats waar iemand binnenkomende gasten of klanten ontvangt
    • Weet u waar de receptie van die hotel zich bevindt? 
     Bij de receptie haalde ik meteen mijn langverwachte resupplydoos op.[4]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord receptie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.