reentboog

Afrikaans

Uitspraak
  • IPA: /ˈriə̯ntbuə̯χ/
enkelvoud meervoud
naamwoord reentboog reentboë

Zelfstandig naamwoord

reentboog

  1. regenboog
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.