reken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: reken (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrekə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈre.kən/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈre.kən/
- (Limburg): /ˈre.kən/
Woordafbreking
- re·ken
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rekenen |
reken
Zelfstandig naamwoord
de reken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord reek
Gangbaarheid
- Het woord reken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "reken" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.