reek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: reek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- reek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reek | reken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Gangbaarheid
- Het woord 'reek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "reek" herkend door:
41 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen.[12] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ reek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ reek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ reek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.