renegaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  renegaat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·ne·gaat
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het middeleeuws Latijn, in de betekenis van ‘afvallige’ voor het eerst aangetroffen in 1598 [1]
  • afgeleid van het Latijnse renegatum (re = opnieuw en negare = ontkennen) met het achtervoegsel -aat [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord renegaat renegaten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

derenegaatm [3]

  1. (religie) afvallige, apostaat, geloofsverzaker
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord renegaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
38 %van de Nederlanders;
35 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.