reparateur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  reparateur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·pa·ra·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reparateur reparateurs
verkleinwoord reparateurtje reparateurtjes

Zelfstandig naamwoord

dereparateurm

  1. (beroep) iemand die repareert, een hersteller (van machines, apparaten e.d)
Verwante begrippen
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord reparateur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.