resistent

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  resistent    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·sis·tent
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen resistentresistenterresistentst
verbogen resistenteresistentereresistentste
partitief resistentsresistenters-

Bijvoeglijk naamwoord

resistent

  1. bestand tegen
  2. (medisch) bestand tegen ziektes, immuun, onvatbaar
    • Bacteriofagen kunnen specifieke bacteriën in het lichaam te lijf gaan. In tegenstelling tot antibiotica kan iemand - zoals het nu lijkt - niet resistent worden. [2] 
    • 'Kwart supermarktkippen bevat resistente bacteriën' [3] 
     De patiënt is opgenomen in quarantaine. Ondanks voorzorgsmaatregelen duikt de MRSA-bacterie, die resistent is tegen anti-biotica, af en toe in ziekenhuizen op. Met name voor mensen met een verminderde weerstand of operatiepatiënten kan besmetting gevaar opleveren. Gezonde mensen kunnen bacteriedrager zijn zonder daar iets van te merken. Het ZGT neemt maatregelen om de bacterie te bestrijden.[4]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord resistent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. resistent op website: Etymologiebank.nl
  2. www.nu.nl
  3. www.nu.nl
  4. Weblink bron
    Ditta Op den Dries
    “MRSA ontdekt in ZGT Hengelo” (24-10-2008), Tubantia
  5. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.