onvatbaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onvatbaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·vat·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onvatbaaronvatbaarderonvatbaarst
verbogen onvatbareonvatbaardereonvatbaarste
partitief onvatbaarsonvatbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

onvatbaar

  1. immuun, resistent
  2. onbegrijpelijk
Antoniemen
Afgeleide begrippen
  • onvatbaarheid
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onvatbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.