retraite

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  retraite    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·trai·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘het terugtrekken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1581 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord retraite retraites
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deretraitev

  1. (religie) afzondering voor spiritueel zelfonderzoek en geestelijke oefening
Afgeleide begrippen
  • retraitehuis

Gangbaarheid

  • Het woord retraite staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
83 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.