rhetoric

Engels

Uitspraak
  • IPA: /ˈretrɪk/
enkelvoud meervoud
rhetoric -

Zelfstandig naamwoord

rhetoric

  1. redekunde, retoriek, retorica
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.