rikken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rikken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rik·ken
Woordherkomst en -opbouw

    Werkwoord

    rikken [1]

    stamtijd
    onbepaalde
    wijs    		 verleden
    tijd    		 voltooid
    deelwoord
    rikken
    		rikte
    		gerikt
    zwak -t volledig
    1. een stuk land afsluiten
    2. het spelen van het kaartspel rikken

    Zelfstandig naamwoord

    enkelvoud meervoud
    naamwoord rikken
    verkleinwoord

    het rikken o

    1. (kaartspel) kaartspel voor 4 personen dat verwant is aan bridge, wiezen en klaverjassen dat voornamelijk in Limburg en Brabant gespeeld wordt

    Gangbaarheid

    • Het woord rikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
    49 %van de Nederlanders;
    27 %van de Vlamingen.[2]

    Meer informatie

    Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.