riks

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  riks    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • riks
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord riks riksen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deriksm

  1. (verouderd) munt met een waarde van 2,50 gulden
    • Toen hij me aan het eind van de Koninginnedag het verdiende bedrag van bijna driehonderd gulden liet zien, vroeg ik hem geschokt hoeveel boekjes hij in godsnaam verkocht had. Nou, er waren er nog over — voor volgend jaar. Hij had vanmorgen ingezet op een riks per exemplaar. Ze bleken zo grif van de hand te gaan dat hij de prijs verhoogd had tot vijf gulden, later tot zeven vijftig. 'Niemand vond het erg.' [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord riks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
74 %van de Nederlanders;
23 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.