ritselen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ritselen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rit·se·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘een zacht, onregelmatig geluid maken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1644 [1] [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ritselen
ritselde
geritseld
zwak -d volledig

Werkwoord

ritselen [3]

  1. absoluut een zacht ruisend geluid doen horen
  2. overgankelijk (informeel) op informele wijze regelen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ritselen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.