rodelaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rodelaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ro·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van rodelen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud meervoud
naamwoord rodelaar rodelaars
verkleinwoord rodelaartje rodelaartjes

Zelfstandig naamwoord

derodelaarm

  1. (sport) iemand die rodelt (met een slee de helling afstormt)
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord rodelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.