romer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  romer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ro·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord romer romers
verkleinwoord romertje romertjes

Zelfstandig naamwoord

deromerm

  1. groot wijnglas
Synoniemen
Vertalingen
   1. zie: roemer   

Gangbaarheid

  • Het woord romer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
39 %van de Nederlanders;
34 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Noors

Woordafbreking
  • ro·mer
Naar frequentie 17924

Zelfstandig naamwoord

romer, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van rom (betekenis [C] van rom)

Zweeds

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • ro·mer
Naar frequentie 311132
- enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     -     -     romer     romerna  
  genitief     -     -     romers     romernas  

Zelfstandig naamwoord

romer, mv

  1. Roma, zigeuner
Synoniemen
  • zigenare
Verwante begrippen
  • romani (taal)

Zelfstandig naamwoord

romer

  1. nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van rom
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.