rouwig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rouwig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rou·wig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen rouwigrouwigerrouwigst
verbogen rouwigerouwigererouwigste
partitief rouwigsrouwigers-

Bijvoeglijk naamwoord

rouwig

  1. dat je ergens verdrietig over bent
    • Hij is er niet rouwig om dat het feest is afgelast. 
Afgeleide begrippen
  • rouwigheid

Gangbaarheid

  • Het woord rouwig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.