row

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  row (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: //ɹaʊ//
enkelvoud meervoud
row rows

Zelfstandig naamwoord

row

  1. ruzie, rel
Uitspraak
  • Geluid:  row (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: //ɹoʊ//
enkelvoud meervoud
row rows

Zelfstandig naamwoord

row

  1. rij
vervoeging
onbepaalde wijs to  row 
he/she/it  rows 
verleden tijd  rowed 
voltooid
deelwoord
 rowed 
onvoltooid
deelwoord
 rowing 
gebiedende wijs  row 

Werkwoord

row

  1. roeien
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.