rubben
Niet te verwarren met: Rubben |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rubben (hulp, bestand)
- IPA: /ˈrʏbə(n)/
Woordafbreking
- rub·ben
Woordherkomst en -opbouw
- klanknabootsing, cognaat met Oudfries, Nedersaksisch en Middelengels "wrijven, krabben, schrapen", Engels to rub, Deens rubbe en Noors rubba [1][2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
rubben |
rubde |
gerubd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
rubben
- (visserij) vis door schrapen van schubben ontdoen
- Robben is wrijven; het is hetzelfde als rubben. Vissen rubt men, men schrapt er de schubben af. [3]
Synoniemen
Zelfstandig naamwoord
de rubben mv
Gangbaarheid
- Het woord 'rubben' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.