ryg

Deens

Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse hryggr.

Zelfstandig naamwoord

ryg g

  1. rug
  2. ruggenwervel
Verbuiging
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   ryg     ryggen     rygge     ryggene  
genitief   rygs     ryggens     rygges     ryggenes  

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.