sabberen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sabberen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsɑbərə(n)/
Woordafbreking
  • sab·be·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sabberen
sabberde
gesabberd
zwak -d volledig

Werkwoord

sabberen

  1. knoeien of kliederen
    • Laat hem maar even een sabberen. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

  • Het woord sabberen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
25 %van de Nederlanders;
60 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.