sabberen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sabberen (hulp, bestand)
- IPA: /ˈsɑbərə(n)/
Woordafbreking
- sab·be·ren
Woordherkomst en -opbouw
- frequentatief gevormd uit zabben met het achtervoegsel -el
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
sabberen |
sabberde |
gesabberd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
sabberen
- knoeien of kliederen
- Laat hem maar even een sabberen.
Schrijfwijzen
Gangbaarheid
- Het woord sabberen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sabberen" herkend door:
25 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.