samenbinden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  samenbinden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sa·men·bin·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
samenbinden
bond samen
samengebonden
klasse 3 volledig

Werkwoord

samenbinden [1]

  1. overgankelijk door binden tot een geheel verenigen
Afgeleide begrippen
  • samenbinding
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord samenbinden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.