join

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  join    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • join

Werkwoord

vervoeging van
joinen

join

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van joinen
    • Ik join. 
  2. gebiedende wijs van joinen
    • Join! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van joinen
    • Join je? 

Gangbaarheid

  • Het woord 'join' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.


Engels

Uitspraak
  • Geluid:  join (US)    (hulp, bestand)
vervoeging
onbepaalde wijs to  join 
he/she/it  joins 
verleden tijd  joined 
voltooid
deelwoord
 joined 
onvoltooid
deelwoord
 joining 
gebiedende wijs  join 

Werkwoord

join

  1. onovergankelijk bijeenkomen, samenkomen
  2. overgankelijk bijvoegen
  3. overgankelijk samenvoegen
  4. overgankelijk zich voegen bij
enkelvoud meervoud
join joins

Zelfstandig naamwoord

join

  1. (techniek) verbinding [1]
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.