samensteller

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  samensteller    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sa·men·stel·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord samensteller samenstellers
verkleinwoord samenstellertje samenstellertjes

Zelfstandig naamwoord

desamenstellerm

  1. (beroep) iemand die iets samen stelt
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord samensteller staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.