sapo

Esperanto

  enkelvoud meervoud
nominatief   sapo     sapoj  
accusatief   sapon     sapojn  

Zelfstandig naamwoord

sapo

  1. zeep

Galicisch

enkelvoud meervoud
sapo sapos

Zelfstandig naamwoord

sapo m

  1. (kikkers) pad

Portugees

Woordafbreking
  • sa·po
enkelvoud meervoud
sapo sapos

Zelfstandig naamwoord

sapo m

  1. (kikkers) pad

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /ˈsapo/
enkelvoud meervoud
sapo sapos

Zelfstandig naamwoord

sapo m

  1. (kikkers) pad
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.