scalair

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  scalair    (hulp, bestand)
  • IPA: /skaˈlɛːr/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • sca·lair
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord scalair scalairen
verkleinwoord scalairtje scalairtjes

Zelfstandig naamwoord

descalairm

  1. (wiskunde) een getal dat alleen een grootte heeft en niet zoals een vector richtingscomponenten
Synoniemen
  • scalar
Antoniemen
Vertalingen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen scalairscalairderscalairst
verbogen scalairescalairderescalairste
partitief scalairsscalairders-

Bijvoeglijk naamwoord

scalair

  1. alleen een maat aangevend in getalvorm
    • Twee vectoren hebben een scalair product. 
Antoniemen
  • vectorieel
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord scalair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
32 %van de Nederlanders;
57 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.