schemeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schemeren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsxemərə(n)/
Woordafbreking
  • sche·me·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘tussen licht en donker zijn’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1] [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
schemeren
schemerde
geschemerd
zwak -d volledig

Werkwoord

schemeren

  1. onpersoonlijk donker of licht worden, tussen licht en donker zijn
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schemeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.