schinkel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schinkel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schin·kel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schinkel schinkels
verkleinwoord schinkeltje schinkeltjes

Zelfstandig naamwoord

deschinkelm

  1. (scheepvaart) zwaar touw om een takel te verlengen, schenkel
Hyponiemen
  • boogschinkel

Gangbaarheid

  • Het woord schinkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
71 %van de Nederlanders;
59 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.