schlemielig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schlemielig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ʃləˈmiləχ/
Woordafbreking
  • schle·mie·lig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen schlemieligschlemieligerschlemieligst
verbogen schlemieligeschlemieligereschlemieligste
partitief schlemieligsschlemieligers-

Bijvoeglijk naamwoord

schlemielig

  1. als van of door een schlemiel, krachteloos, haast meelijwekkend
    • En in de ochtendrand van de nacht, waarin traditioneel het afscheid van de minnenden plaatsvindt zoals de middeleeuwse troubadours al in hun dageraadsliederen bezingen, volgt een schlemielig scheiden van de geliefde. [1]

Bijwoord

schlemielig

  1. als van of door een schlemiel, krachteloos, haast meelijwekkend
    • Soms sneuvelden zij nogal schlemielig, bijvoorbeeld bij het sporten, soms léék het erop. [2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord schlemielig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
55 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.