schoonfamilie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schoonfamilie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schoon·fa·mi·lie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schoonfamilie schoonfamilies
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deschoonfamiliev

  1. (familie) de familieleden van iemands huwelijkspartner


Meer informatie

Verwijzingen

Gangbaarheid

  • Het woord schoonfamilie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.