schranser

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schranser    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schran·ser
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van schransen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord schranser schransers
verkleinwoord schransertje schransertjes

Zelfstandig naamwoord

deschranserm [1]

  1. iemand die schranst

Gangbaarheid

  • Het woord 'schranser' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
83 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.