schrijnen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schrijnen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schrij·nen
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Nederduits, in de betekenis van ‘pijnlijk zijn’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1648 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
schrijnen
schrijnde
geschrijnd
zwak -d volledig

Werkwoord

schrijnen

  1. inergatief branderig aanvoelen
    • De wond schrijnt vervelend. 
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

deschrijnenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord schrijn

Gangbaarheid

  • Het woord schrijnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.