schubdieren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schubdieren (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- schub·die·ren
Woordherkomst en -opbouw
- schubdier zn met de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schubdieren | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de schubdieren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord schubdier
- meervoudsvorm als officiële benaming (schubdierachtigen) Manidae een familie van zoogdieren. Het is de enige nog levende familie uit de orde der schubdierachtigen (Pholidota). Er zijn acht verschillende soorten, die voorkomen in de bossen en graslanden van westelijk- en oostelijk Afrika en in Zuid-Azië, van India en Sri Lanka tot Sumatra en Kalimantan. Sommige soorten leven in bomen, anderen op de grond. Enkele van de boombewonende schubdieren hebben een grijpstaart
Synoniemen
- termieteneters
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Gangbaarheid
- Het woord schubdieren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.