schubdieren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schubdieren    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • schub·die·ren
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schubdieren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deschubdierenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord schubdier
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (schubdierachtigen) Manidae  een familie van zoogdieren. Het is de enige nog levende familie uit de orde der schubdierachtigen (Pholidota). Er zijn acht verschillende soorten, die voorkomen in de bossen en graslanden van westelijk- en oostelijk Afrika en in Zuid-Azië, van India en Sri Lanka tot Sumatra en Kalimantan. Sommige soorten leven in bomen, anderen op de grond. Enkele van de boombewonende schubdieren hebben een grijpstaart
Synoniemen
  • termieteneters
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)

Gangbaarheid

  • Het woord schubdieren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.