schuimer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schuimer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schui·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schuimer schuimers
verkleinwoord schuimertje schuimertjes

Zelfstandig naamwoord

deschuimerm

  1. iemand die schuimt d.w.z. een parasiet, rover of plunderaar
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord schuimer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.