seum

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /sœm/
Woordherkomst en -opbouw
  • Uit het Arabisch سم /samm/ 'vergif', via de Franse jongerentaal van de banlieues. [1] [2]

Zelfstandig naamwoord

seum m

  1. (spreektaal) haat, verbittering, rancune
    «Quand Marceline a dit à Joseph qu’il savait pas jouer, il avait trop l’seum
    Toen Marceline tegen Joseph zei dat-ie niet kon spelen, was hij ontzettend verbitterd! [3]
Schrijfwijzen
  • sème
Uitdrukkingen en gezegden
  • Avoir le seum.
De pest in hebben, verbitterd, wrokkig zijn.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.