shake

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  shake    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • shake
  • sha·ke (aanvoegende wijs)

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
naamwoord shake shakes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

shake

  1. (voeding) (drinken) drankje ontstaan door shaken
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • eiwitshake, fruitshake, handshake, milfshake, milkshake, vruchtenshake
Afgeleide begrippen
  • shake-out, shake-up
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
shaken

shake

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van shaken
    • Ik shake. 
  2. gebiedende wijs van shaken
    • Shake! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van shaken
    • Shake je? 
  4. aanvoegende wijs van shaken

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord shake staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Engels

vervoeging
onbepaalde wijs to  shake 
he/she/it  shakes 
verleden tijd  shook 
voltooid
deelwoord
 shaken 
onvoltooid
deelwoord
 shaking 
gebiedende wijs  shake 

Werkwoord

shake

  1. schudden
    «He shook the bottle before opening.»
    Hij schudde de fles alvorens deze te openen.
  2. schokken
    «The sudden explosion left him shaken
    De plotselinge ontploffing liet hem geschokt achter.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.