sigøyner

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / sɪˈgœjnəɾ /
Woordafbreking
  • sigøy·ner
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van Duits:  Zigeuner zn  met herkomst uit Slavische talen
Naar frequentie 7725
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   sigøyner     sigøyneren     sigøynere     sigøynerne  
genitief   sigøyners     sigøynerens     sigøyneres     sigøynernes  

Zelfstandig naamwoord

sigøyner, m

  1. (antropologie) zigeuner
    «Hun har en tsjekkisk mor, og en far som var sigøyner men nektet å vedkjenne seg sitt opphav.»
    Ze heeft een Tsjechische moeder en een vader die een zigeuner was, maar weigerde zijn afkomst te erkennen.
Afgeleide begrippen
Opmerkingen

Meer informatie

  • Zie Wikipedia voor meer informatie. (in het Noors)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.