sikkepit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sikkepit    (hulp, bestand)
  • IPA: /'sɪkəˌpɪt/
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘klein beetje’ voor het eerst aangetroffen in 1709 [1]
  • komt van geitenkeutel
Woordafbreking
  • sik·ke·pit
enkelvoud meervoud
naamwoord sikkepit
verkleinwoord sikkepitje sikkepitjes

Zelfstandig naamwoord

desikkepitv/m [2]

  1. alleen ontkennend: geen ~: niets, nog geen klein deel ervan
    • Ik geloof er geen sikkepit van. 
Ik geloof er helemaal niets van
Synoniemen
  • sissepitje, sittepitje, sittebitje
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord sikkepit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.