simulatie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  simulatie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • si·mu·la·tie
Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van simuleren met het achtervoegsel -atie

enkelvoud meervoud
naamwoord simulatie simulaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

desimulatiev

  1. het simuleren
  2. (informatica), (wiskunde) nabootsing van een systeem of model
  3. (juridisch) het verrichten van schijnhandelingen
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • simulatiegegevens
  • simulatiekamer
  • simulatiemachine
  • simulatiemethode
  • simulatiemodel
  • simulatieniveau
  • simulatieoefening
  • simulatieprogramma
  • simulatieresultaat
  • simulatiesessie
  • simulatiespel
  • simulatiestudie
  • simulatietaal
  • simulatietechniek
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord simulatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.