sjiiet
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sjiiet (hulp, bestand)
- IPA: / ʃiˈʔit / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- sji·iet
Woordherkomst en -opbouw
- van Arabisch شِيعِيّ (sjie-ie), in de betekenis van ‘aanhanger van bepaalde islamitische sekte’ aangetroffen vanaf 1847 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sjiiet | sjiieten |
verkleinwoord | sjiietje | sjiietjes |
Zelfstandig naamwoord
de sjiiet m
- (religie) iemand die het sjiisme aanhangt, de tweede stroming binnen de islam
- ▸ Behalve Mekka behoort elke sjiiet eenmaal in zijn leven het graf van imam Ali te bezoeken, en ook de laatste rustplaats van zijn zoon Hussein, 40 kilometer noordwaarts in de stad Kerbala.[3]
Schrijfwijzen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord sjiiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sjiiet" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ sjiiet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "sjiiet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Thomas Erdbrink“120.000.000 nabootsers” (23 augustus 2003) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.