sjomeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sjomeer (hulp, bestand)
- IPA: /ʃoˈmer/
Woordafbreking
- sjo·meer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sjomeer | sjomriem |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de sjomeer v / m
- (Jiddisch-Hebreeuws) bewaker
- (Jiddisch-Hebreeuws) controleur van kasjroet
Verwante begrippen
- sjomeer sjabbat
- Jiddisj: sjoumer
Gangbaarheid
- Het woord 'sjomeer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.