slinder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:
Woordafbreking
  • slin·der
Woordherkomst en -opbouw
  • Waarschijnlijk van het ww. slinderen [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord slinder slinders
verkleinwoord slindertje slindertjes

Zelfstandig naamwoord

deslinderm

  1. (dierkunde) hazelworm Anguis fragilis 
  2. (dierkunde) muurhagedis Lacerta muralis 
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
slinderen

slinder

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slinderen
    • Ik slinder. 
  2. gebiedende wijs van slinderen
    • Slinder! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slinderen
    • Slinder je? 

Gangbaarheid

  • Het woord 'slinder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.