slodderen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  slodderen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • slod·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
slodderen
slodderde
geslodderd
zwak -d volledig

Werkwoord

slodderen [2]

  1. onovergankelijk te ruim zitten, lubberen
Synoniemen
Hyponiemen
  • verslodderen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord slodderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
46 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.