smekeling
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: smekeling (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sme·ke·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | smekeling | smekelingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de smekeling m
- iemand die om een gunst vraagt
- ▸ Degene die bidt, moet de gestalte, de gezindheid en het bewustzijn van een smekeling hebben.[3]
Synoniemen
- rekwestrant, verzoeker, petitionaris,
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord smekeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "smekeling" herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
51 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ smekeling op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Vergevensgezind” (20-02-2018), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.