snaaien

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snaaien    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • snaai·en
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘stelen’ voor het eerst aangetroffen in 1897 [1]
  • Herkomst: Bargoens [2][3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
snaaien
snaaide
gesnaaid
zwak -d volledig

Werkwoord

snaaien

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) pikken
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) lekker eten

Zelfstandig naamwoord

desnaaienmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord snaai

Gangbaarheid

  • Het woord snaaien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
56 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.